Twitter
English

Galvormende bacteriën

 

Bacterie"gallen" zijn vaak verwarrend omdat ze erg veel lijken op gallen. Ze staan in het gallenboek, maar zijn technisch gezien helemaal geen gallen. Veel galmakers veroorzaken schijnbaar ongecontroleerde groei en celwoekering. Echter, in dit geval gaat de woekergroei gewoon door als de bacterie is verwijderd. Bij definitie van een gal zou de galvorming stoppen als de galmaker afwezig is!

De planten gaan soms dood aan bacterie"gallen", maar soms is de aanwezigheid van de bacterie juist gunstig en vindt er een symbiotisch proces plaats tussen gastheer en galmaker (bijvoorbeeld stikstoffixatie in ruil voor voedingsstoffen door de geslachten Frankia en Rhizobium). Het fijne van de bekende geslachten galvormende bacteriën is dat zij vaak moeilijk als bacteriegal te herkennen zijn. Allerlei knobbels en vergroeiingen kunnen ook goed de reactie van een plant zijn op beschadiging. De bekendste geslachten zijn Agrobacterium en Pseudomonas.


  
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting

Agrobacterium tumefaciens is een alleseter. Deze bacterie is op heel veel plantensoorten aangetoond. Dat hoeft niet te betekenen dat de gallen op de foto's ook met zekerheid A. tumefaciens is. De gal kan voorkomen op stammen, takken, wortels, stengels en bladeren.

De gallen zijn in Nederland bekend van wortelgallen op roos, en van bijzonder grote knollen op de wortels van Chamaecyparis lawsoniana, zoals op de onderste foto hier rechts op de cultivar 'Alumii'.

Huub van de der Aa weet het een en ander over deze gal te vertellen: "De bacteriekankers op Chamaecyparis kunnen heel groot worden, en groeien door, ook lang nadat de bacterie niet meer is aan te tonen. Het cambium staat als het ware op het verkeerde been. Dit geldt trouwens ook voor andere bacteriekankers, zoals op eik. Begint als een klein, aanvankelijk mooi rond knobbeltje, met de bacterie aantoonbaar aanwezig; ook als de bacterie niet meer actief is groeit de knobbel langjarig door en kan heel groot worden en allerlei "wilde" vormen aannemen. De Duitsers noemen dit "Wurzelkropf". Bij sterke aantasting vertoont de boom "Fahlgrüne Verfarbung im Kronenbereich". De aantasting schijnt in bepaald stadium sterk infectieus te zijn, volgens Duitse onderzoekers ook voor andere planten. Wij kennen de aantasting echter alleen van Chamaecyparis, dus het zou best wel eens een zeer specifieke vorm van deze plurivore bacterie kunnen zijn."

 


Foto: J. Wolfs
Betula pendula


Foto: H. Strijbosch
Betula pendula


Foto's: R. Nijboer
Ulmus minor 'Sarniensis'


Foto: W. van der Ven
Chamaecyparis lawsoniana 'Alumii'


Foto: Jan Scheffers
Alnus glutinosa